16 oktober 2022 – ‘Hoe is het weer daar?’, blijft een populaire vraag in gesprekken met het thuisfront. Daarom hierbij een update over de maanden maart t/m september.
In maart was het gewoon nog hartstikke koud hier. Denk: dikke winterjas aan, sjaal om en een muts op als je naar buiten gaat. Jasper en ik bezochten in deze maand Boston (nog kouder dan NYC) en Mexico (stuk warmer dan NYC).
In april was het soms al erg lekker, maar af en toe nog érg koud. Zo was het op een dag waarop we met vrienden een wedstrijd van de Yankees bezochten, toevallig érg fris (we bevroren bijna op de tribune). Toch maakten we in april ook veel heerlijke wandelingen door de stad. Temperatuur tussen de 15 en 20 graden. Zonnetje erbij. Perfect!
In mei en juni begon het langzaam echt wat warmer te worden (variërend tussen de 20 en 29 graden). Maar: nog steeds was het allemaal prima te doen. New York heeft nogal veel dagen zon per jaar (230 gemiddeld), waardoor het zelfs als het wat kouder is, prima aanvoelt.
Maar toen. Werd het juli. En augustus.
Misschien overdrijf ik, maar voor mijn gevoel is het in die maanden elke dag boven de dertig graden geweest. Het was zó ontzettend warm. Ook speelt hier, meer dan in Nederland, de luchtvochtigheid een rol. Een dag van 30 graden met een hoge luchtvochtigheid? Niet. Te. Doen.
Daarom hierbij een wat uitgebreidere beschrijving over hoe dat is. Of nouja, hoe ík dat vond.
Als het zo ontzettend warm is, verplaatst het leven zich meer naar indoors. Waar we de rest jaar, zonder hier verder over na te denken, regelmatig een stukje lopen, was dat in deze maanden geen pretje. Voordat ik ergens naartoe ging, bestudeerde ik daarom via Google Maps hoeveel stappen ik buiten moet lopen/ hoelang ik op de metro moet wachten (het is warm op het perron) en of er wel schaduw was op de eindbestemming (als het buiten was).
Want dat is hoe de meeste New Yorkers met de warmte omgaan: deze zoveel mogelijk vermijden. Overdag betekent dit dat de airco thuis/in de metro/op het kantoor/in de sportschool op standje vrieskist staat.
In sommige tussenstraatjes hier in de Upper East Side (waar het wat rustiger is qua verkeer), hoor je alleen maar ‘gezoem’ van alle airco’s die uit de appartementen hangen. Ook bij ons thuis stond de airco dagelijks aan, aangezien we grote ramen op het zuiden hebben. Tegelijkertijd betekent dit voor ons dat we in de winter bijna geen kosten hebben voor het verwarmen van ons appartement. Maar die cooling bill, die liep wel op.
Een voordeel van de warmte, is dat het ’s avonds echt leeft op straat. Zo zijn er filmavonden in de verschillende parken in stad, openbare zwembaden waar je gratis mag zwemmen en is het fijn vertoeven op een van de vele dakterrassen.
Als de schoolvakanties beginnen, merk je echt dat het een stuk rustiger wordt in de stad. Veel New Yorkers (met geld) trekken naar hun tweede huis of vieren vakantie op plekken waar het wat koeler is. Wij ook: zo vierden we begin juli een weekje vakantie in Bar Harbor (Maine) en ik weet nog goed hoe lekker ik het vond om daar ’s avonds buiten te zitten en een trui aan te moeten.
Zo’n zes weken later brachten een paar weken door op een andere plek waar het lekker koel was: Nederland.
Inmiddels is het oktober en liep ik vanochtend een rondje door het park met trui en (!) vest aan. I love it. Let the fall begin.