3 november 2021 – Duitse vriend T. vond het typisch Nederlandse woord gezellig maar grappig. We gebruiken het namelijk nogal vaak. Iets gaat gezellig worden, is gezellig of was gezellig. Wat ik als Nederlander op mijn beurt weer leuk vind aan Amerikanen, is dat ze gezellig doen. In de winkel, kleedkamer van de sportschool of als je met een volle wasmand in de lift staat: Amerikanen houden ervan om een praatje aan te knopen en zeggen dan best wel grappige dingen. Een paar voorbeelden.
Een paar weken geleden liep ik naar de sportschool voor een lesje zumba (nee, ik heb de pasjes nog steeds niet onder de knie). Onderweg liep ik langs de buurtsupermarkt. Het ontbijt was een paar uur geleden, mijn maag knorde en ik ging een uurtje dansen. Een chocolade-croissant was eigenlijk wel een perfecte pre-workout-snack, besloot ik. Terwijl ik vervolgens in de kleedkamer het broodje opat, liep er een wat oudere vrouw voorbij. Omdat mijn mond vol zat, zwaaide ik bij wijze van groet naar haar. Ze bleef staan, glimlachte naar me en zei: “are you eating something good?”.
Dan de supermarkt. Een paar keer per week wandel* ik 20 minuten naar de betaalbaarste supermarkt op Manhattan: de Trader Joe’s. Ik heb er (nog) de tijd voor, de route door het park is prachtig en de prijzen liggen er een stuk lager dan in andere supermarkten. Natuurlijk doen veel (prijsbewuste) New Yorkers hetzelfde. Gevolg: na 10:00 uur ’s ochtends is het er druk, en sta je als je pech hebt zelfs in de rij voor een winkelkarretje. Gelukkig manoeuvreert iedereen zich vrij rustig en zonder tegen elkaar op te bumpen tussen de schappen door. Laatst kwam in mij de ongeduldige Amsterdammer naar boven. Ik schatte de ruimte iets te positief in en stootte met mijn karretje nogal lomp tegen de kar van iemand anders. “I’m SO sorry,”, verontschuldigde de Amerikaanse Judith zich gelukkig direct. De vrouw keek mij aan, glimlachte en zei: “Well at least it didn’t hurt!”.
Ook in de lift vinden buren het vaak gezellig even te kletsen. Over de hond, een klein kind of… de was. In deze stad hebben veel appartementen geen wasmachine. Scheelt natuurlijk ruimte. Gelukkig kun je in de meeste gebouwen tegen betaling gebruikmaken van een van de vele wasmachines en drogers. Bij ons bevindt de wasruimte zich op de derde verdieping. Zie je iemand uitgedost in joggingbroek, sporttrui op slippers en met volle wasmand op 3 drukken? Dan weet je wat diegene gaat doen. Je zou dan natuurlijk gewoon kunnen groeten, vriendelijk knikken en iemand een goede dag wensen. Of niet. Onbekende (buur)man: “Don’t have too much fun out there!”.
En dan natuurlijk de klassieker (voor mij). Ik krijg ‘m hier iets minder vaak naar mijn hoofd geslingerd, maar als ik ‘m hoor, wil de Amerikaan in kwestie ook wel een gesprekje aangaan en meer over mij weten. “Wow you ARE tall!”. Een man met radio onder zijn arm en bonthoed met wasbeerstaart kijkt mij aan in de supermarkt. Ik maak kennis met Paul. Uiteraard wil hij weten welke sport ik doe: “Must be volleybal or basketbal?” Ook wil hij weten waar ik vandaan kom, wat voor werk mijn husband doet en of ik een goede tijd heb in New York. Vervolgens geeft hij me tips (Lincoln Centre, Halloween Parade en schaatsen in Bryant Park). Hij vertelt me dat hij op de school aan de overkant van de straat zat als klein jongetje. Maar, “I’m soon outta here”, na een leven in stad, verhuist hij binnenkort naar Niagara Falls. Zo’n tien minuten verder wenst hij mij een fijne dag en loopt hij verder met zijn radio.
Een collega van Jasper vertelde dat ze had gelezen dat als je Amerikanen en Europeanen vergelijkt met fruit, wij in (Noord) Europa als kokosnoten zijn, terwijl je Amerikanen kunt vergelijken met perziken. En inderdaad, in Nederland zijn we (volgens mij) tegen onbekenden een stuk minder ‘gezellig’. Misschien zelfs een beetje stug. Maar wie volhoudt, kan toch vrienden met ons worden. “When you have reached the soft inside, they are you’re friends forever”. Dat dan weer wel.
Op dit moment, als expat partner in deze stad, waardeer ik elke zoete perzik die ik tegenkom. Het is fijn om me niet altijd volledig anoniem te voelen, je lachend af te vragen “wat zei jij nou weer?” en om soms even gezellig te kletsen met een onbekende. En wie weet, misschien lukt het mij wel om bij een Amerikaan de harde pit vervolgens open te breken. Dat lijkt mij best gezellig!
*een paar weken geleden probeerde ik dit op de fiets te doen. Als Nederlander, die gewend is aan fietspaden, bleek dit nogal een bijzondere/enge/uitdagende ervaring. Toeterende auto’s, ingesloten tussen een taxi en bus, elk blok stoppen voor een stoplicht, een ‘fietspad’ dat zomaar stopt. Ik vond het stressvol. En blijf voor nu liever lopen.