20 oktober 2021 – Een bekend stereotype over New Yorkers, is dat ze onbeschoft zijn. Dat zou zomaar te maken kunnen hebben met het aantal mensen dat hier woont. In The Big Apple wonen as we speak 8,4 miljoen mensen. Daarvan wonen er ongeveer 124 duizend in ‘onze’ buurt, de Upper East Side. Een gebied ter grootte van 4.6 km2. Ter vergelijking: in Leeuwarden vind je 124,5 duizend mensen op 238,38 km2. Vanzelfsprekend heeft deze bevolkingsdichtheid invloed op hoe men met elkaar omgaat. Want in de metro, op de stoep of in de supermarkt: it’s just crowded. Wat zijn mijn ervaringen? En hoe doen ze het in vergelijking met Amsterdam?
“SWIPE THE CARD”, “USE THE CHIP!” of: “JUST TAP!”. De afgelopen weken kwam het regelmatig voor dat zoiets als afrekenen nog niet helemaal soepel ging. De New Yorker achter de kassa heeft er op zo’n moment geen problemen mee om je precies, en met luide stem, instructies te geven. Ik gebruikte zelfs een keer per ongeluk de waskaart . “Whoops, this is not going to work”, stamelde ik terwijl ik in mijn portemonnee naar de credit card zocht. Reactie: geen. Just a blanc stare. Nog net geen zucht.
(Voorlopige) conclusie: winkelpersoneel is over het algemeen vriendelijk, maar als het nodig is super direct. Er staan namelijk vrijwel altijd andere klanten achter je te wachten. Naar mijn idee gaat het in Nederland vaak op een iets andere toon. Hoewel Nederlanders op andere plekken weer luider van zich laten horen.
Bijvoorbeeld op de fiets. Een van de ergste dingen die je in Amsterdam kunt doen (als toerist) is zomaar stoppen op het fietspad. Nog erger: in een groepje wandelen op straat. Als je dat doet, zullen we je dat zeker vertellen. Verbaal “Walk on the sidewalk!”, of non-verbaal: met een fietsbel. Vaak zie je een toerist dan zo schrikken, dat hij letterlijk een sprong maakt.
Ik denk dat je de stoep in New York kunt vergelijken met ons fietspad. Mensen zijn onderweg en hebben geen zin in oponthoud. Gelukkig worden er geen (fiets)bellen gebruikt en heeft nog niemand tegen mij geschreeuwd (misschien komt dat nog). Maar als je in de weg staat, krijg je dat ook hier wel te horen. Meer in de vorm van een zacht gemompel. “I’m sorry”, terwijl iemand zich een weg langs je baant.
(Voorlopige) conclusie: Amsterdammers zijn directer dan New Yorkers, als iemand hun commute verstoort.
Dan het laatste fenomeen. Als je in Amsterdam in de rij staat bij de Albert Heijn, en er gaat plotseling een extra kassa open, gebeurt het letterlijk nooit dat iemand zegt “jij was eerst, toch?”. Amsterdammers genieten van het cadeau dat het universum hun geeft, en stappen snel (als eerste) naar de nieuwe kassa. Ook was het, toen ik dagelijks met de trein reisde, regelmatig dringen bij het in- en uitstappen op Amsterdam Centraal. Ook lieten mensen niet iedereen eerst uitstappen of sloegen ze simpelweg de rij over die er al stond. Het absolute toppunt van irritant ‘in-de-rij-staan-gedrag’ in Amsterdam vond ik de wachtrij bij Edelweiss. De rij schoot namelijk niet echt op, omdat deze simpelweg werd overgeslagen of hele groepen zich aansloten bij vrienden die al in de rij stonden.
Nu zal ik niet direct zeggen dat het fijn is om in Amerika in de rij te staan. Maar als Amerikanen tijd doorbrengen in een que, doen ze dat in ieder geval op een gelaten en rustige manier. Ook worden rijen beter georganiseerd. Zo houden in de Trader Joe’s (een populaire supermarkt), zich maar liefst drie medewerkers bezig met het managen van de rij. Zelfs tijdens het uitgaan kunnen Amerikanen zich beheersen. Zo stonden Jasper en ik een paar weken in een volledig kalme rij te wachten, voordat we een kroeg in mochten.
(Voorlopige conclusie). Zelfs New Yorkers zijn beleefder dan Nederlanders als ze in een rij moeten staan. Ze gaan staan, maken zich niet druk en wachten op hun beurt.
Eindconclusie*: New Yorkers zijn niet perse onbeschoft. Wel direct. Toch vind ik het tot nu toe allemaal niet echt shocking. Misschien doordat ik gewend was aan Amsterdam?
*onderzoek op basis van een niet-representatieve steekproef